Jaarverslag BVD 1997

Het jaarverslag 1997 van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) geeft inzicht in de aandachtsgebieden waarop de BVD zich in het afgelopen jaar heeft gericht en zich in 1998 in ieder geval zal richten.

Achterwege blijft de vermelding van gegevens waarvoor de geheimhoudingsverplichting van de BVD geldt. Daarbij gaat het om gegevens over de middelen die de BVD inzet, bronnen die door de BVD worden aangewend en het actuele kennisniveau van de dienst. Deze gegevens worden wel ter kennis gebracht van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer.

Het afgelopen jaar is de voorbereiding afgerond van het voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Het wetsvoorstel, dat zowel betrekking heeft op de BVD als op de Militaire Inlichtingendienst (MID), is inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden. Het voorstel bevat een taakomschrijving en een regeling van de bevoegdheden van de twee diensten. Tevens wordt voorzien in een regeling voor de inzage van gegevens die bij de diensten berusten. Tenslotte wordt voorgesteld een onafhankelijke commissie in te stellen die toeziet op de taakuitvoering van de diensten, in aanvulling op de bestaande voorzieningen. De nieuwe wettelijke regeling moet de BVD in staat stellen zijn taken ook in de toekomst naar behoren te vervullen. Tegelijk is de nieuwe wetgeving er op gericht de rechtmatigheid van het werk van de BVD blijvend te waarborgen.

Dit jaarverslag maakt duidelijk dat radicale organisaties en stromingen, proliferatie van massavernietigingswapens en de kwetsbaarheid van organisaties voor aantasting van hun integriteit ook in 1997 de aandacht bleven vragen van de BVD. Mede dankzij de inspanningen van de dienst hield de Nederlandse overheid zicht op de ernst van deze verschijnselen en konden waar nodig maatregelen worden genomen.

Het hoofd van de BVD is sinds september 1997 de heer S.J. van Hulst.