Wat is wahhabi-salafisme?

De AIVD onderzoekt radicale islamitische bewegingen die mogelijk de Nederlandse democratische rechtsorde bedreigen.

Een klein deel daarvan is bereid terroristisch geweld te gebruiken. Een ander deel is daartoe niet bereid maar kan wel radicaal worden genoemd omdat zij op een andere manier de Nederlandse democratische rechtsorde bedreigen. De AIVD richt zich binnen dit laatste deel vooral op dreigingen die voortkomen uit het wahhabi-salafisme.

In het verleden hanteerde de AIVD de term salafisme, maar in de afgelopen jaren nam bij de AIVD en zijn partners de behoefte toe om nauwgezetter te omschrijven waar en wanneer het salafisme mogelijk de Nederlandse democratische rechtsorde bedreigt.

Ook over de term zelf bestaan verschillende beelden en kan het gebruik ervan voor enige verwarring zorgen. Zo wordt in de academische literatuur de term ook wel eens gebruikt voor andere stromingen en denkrichtingen uit het verleden.

Onder moslims heeft de term salaf (verwijzend naar de eerste generaties van de islam) over het algemeen een positieve, vrome bijklank. Sommige moslims denken dan ook bij het horen van de term salafist simpelweg aan een vrome moslim.

Bij het bredere publiek wordt de term juist vaker geassocieerd met extremisme en geweld.

Daarbij komt dat veel salafisten zichzelf nooit salafist noemen. Om niet verder bij te dragen aan de verwarring heeft de AIVD besloten om de meer specifiekere term wahhabi-salafisme te hanteren.

De term wahhabi zal herkenbaar zijn als verwijzend naar Mohamed Ibn Abd al-Wahhab, de controversiële puriteinse hervormer uit de 18e eeuw, en zijn nazaten die invulling hebben gegeven aan de staatsislam van Saoedi-Arabië, het wahhabisme. Met wahhabi-salafisme wordt gedoeld op de hedendaagse, mondiale, ideologische salafistische substromingen die ongeveer vanaf 1960 aan de wahhabistische grondslagen in Saoedi-Arabië zijn ontsproten.

Het wahhabi-salafisme wordt gekenmerkt door het doel om in zoveel mogelijke aspecten van het leven het voorbeeld van de vrome voorgangers te volgen en de islam en de praktijk van moslims te zuiveren van ongeoorloofde toevoegingen. Dit uit zich onder andere in:

  • Een zo letterlijk mogelijke lezing van de religieuze bronnen (Koran en soenna, de gedragingen en uitspraken van de profeet Mohammed).
  • Het streven om het leven en de maatschappij vorm te geven naar het geïdealiseerde voorbeeld van de profeet Mohammed en de salaf, die voor hen staan voor de zuivere islam.
  • De focus op vrijwillige uitnodiging tot de islam, morele heropvoeding van de geloofsgemeenschap en zuivering van het geloof en de geloofspraktijk van andere moslims.

Het wahhabi-salafisme onderscheidt zich van de traditionele soennitische islam door een combinatie van onder andere:

  • De uitleg van het centraal islamitisch concept tawhid (monotheïsme) aan de hand van de werken van Mohamed Ibn Abd al-Wahhab en zijn nazaten.
  • Het praktiseren van al-wala’ wa-l-bara’ (loyaliteit en afkeer) beschouwen als fundamenteel voor het moslim-zijn. Met name deze laatste twee leerstellingen binnen het wahhabi-salafisme kunnen op gespannen voet staan met de democratische rechtsorde en daarom worden ze hieronder nog verder uitgelegd.
  • Specifieke uitleg van tawhid Tawhid wordt vaak vertaald met monotheïsme en staat voor de eenheid en uniciteit van God:
    de enige heer, wetgever en schepper van alles, de enige die aanbeden mag worden. Op basis van dit religieus principe stelt een deel van de wahhabi-salafisten in Nederland dat democratie shirk (afgoderij) is. Immers, zo gaat de redenering, God is de enige wetgever. Parlementsleden, met de door henzelf opgestelde wetten, kennen zichzelf valselijk de unieke goddelijke eigenschap ‘wetgever’ toe en dat is niet te verenigen met het monotheïsme.
  • Het praktiseren van al-wala’ wa-l-bara’
    Al-wala’ wa-l-bara’ staat voor de absolute loyaliteit aan het geloof en de eigen geloofsgemeenschap, en verplichte afkeer van andere geloofsovertuigingen en andersdenkenden. Zo wordt bijvoorbeeld op bepaalde plekken in Nederland in het buitenschools wahhabi-salafistisch onderwijs jonge kinderen geleerd dat zij joden en homoseksuelen moeten haten omdat zij vijanden van de islam zijn.

Hoewel wahhabi-salafisten een aantal onderscheidende kenmerken delen ten opzichte van andere islamitische stromingen, worden wahhabi-salafisten in de wetenschappelijke literatuur in verschillende substromingen ingedeeld. Deze indeling is gebaseerd op hun verhouding tot het politiek gezag in islamitische landen of landen waar een moslimmeerderheid is.

Drie substromingen

Er worden drie primaire substromingen onderscheiden, die elk ook enkele eigen substromingen kennen. 

  1. de quiëtisten: onthouden zich van openlijke kritiek op de politieke autoriteiten. Deze quiëtisten zijn weer onder te verdelen in onafhankelijke afzijdigen, loyalisten die staatsbeslissingen ondersteunen, en propagandisten die een pro-regime boodschap uitdragen en regime-kritiek streng veroordelen.
  2. de politieken: beschouwen politieke participatie, politieke organisatie en oppositioneel activisme als legitiem. Deze politieken zijn onder te verdelen in de politici, diegene die in een aantal landen actief zijn in parlementaire politieke partijen en de activisten, die buitenparlementair (vaak oppositioneel) maatschappelijk actief zijn en een politieke discours bezigen.
  3. de jihadisten: verketteren het bestaande politieke gezag en beschouwen revolutionair en mondiaal terroristisch geweld legitiem en noodzakelijk in de strijd hiertegen en tegen de vijanden van de islam. Ook deze mondiale jihadi-salafisten zijn onder te verdelen in enkele subgroepen. Meer over het mondiaal jihadi-salafisme in het dossier terrorisme.

Deze driedeling is zoals gezegd vooral ontstaan om wahhabi-salafisten van elkaar te onderscheiden wat betreft hun houding tegenover politiek gezag in islamitische landen of landen waar een moslimmeerderheid is.

Hoewel deze indeling voor specialisten nuttig blijft om internationaal stromingen en trends te onderkennen, is het onderscheid in de Nederlandse context tussen sommige quiëtisten en politieken minder zichtbaar of relevant voor de onderzoekvraag van de AIVD: in hoeverre is een persoon of organisatie een gevaar voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde