AIVD waarschuwt voor kloof tussen moslims en niet-moslims

Volgens een voorzichtige schatting van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) worden in Nederland enkele tientallen jongeren voorbereid op deelname aan de jihad, de gewelddadige islamitische strijd.

De rekrutering van deze jongeren is de uitdrukking van een sluipende worteling van een gewelddadig radicaal-islamitische (islamistische) stroming in de Nederlandse samenleving. Dat staat in de AIVD-nota Rekrutering voor de jihad, van incident naar trend die minister Remkes vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

Volgens Remkes is het uitermate onwenselijk dat in Nederland levende moslims verstrikt raken in het web van radicale en gewelddadige netwerken en zo betrokken raken bij gevechtshandelingen of terroristische acties in binnen- en en buitenland. Daarbij moet volgens hem voor alles worden voorkomen dat er in de samenleving een kloof ontstaat tussen moslims en niet-moslims. Dit betekent een brede benadering, waarin het tijdig onderkennen van rekruteringsactiviteiten van belang is, allereerst in de islamitische gemeenschap zelf. Ouders, imams en moskeeën hebben een belangrijke verantwoordelijkheid zelf zo vroeg mogelijk op te treden tegen rekruteringspogingen. Ook moeten opsporing en vervolging plaatsvinden en moet het integratiebeleid met kracht worden voortgezet. Overigens is rekrutering een verschijnsel dat zich in alle westerse landen voordoet en zeker niet alleen in Nederland.

Het rekruteringsproces

De jongeren die op dit moment in Nederland worden gerekruteerd zijn overwegend - maar zeker niet uisluitend - jongeren van Marokkaanse herkomst die in Nederland zijn geboren of op zeer jonge leeftijd naar Nederland zijn verhuisd. Zij beschikken vrijwel zonder uitzondering over de Nederlandse nationaliteit. Deze jongeren zijn vaak zoekende naar hun identiteit en vinden houvast in een zeer radicaal-islamitische geloofsbeleving. De jongeren worden gerekruteerd door immigranten die soms legaal, soms illegaal in Nederland verblijven en die vrijwel zonder uitzondering een achtergrond hebben als mujahedeen. Zij hebben veelal religieus-ideologische en militaire trainingen ondergaan, veelal in de trainingskampen van Al Qa'ida Afghanistan en enkelen hebben ook daadwerkelijk deelgenomen aan de islamistische strijd. Onder andere via bezoeken aan orthodoxe moskeeën proberen zij in contact te komen met islamitische jongeren.

Ook islamitische centra, koffiehuizen en vooral ook gevangenissen blijken geschikte locaties te zijn om de eerste contacten te leggen. Nadat het contact is gelegd wordt de rekruut geïsoleerd van zijn omgeving en geïndoctrineerd Het rekruteringsproces wordt afgerond met een getuigenis voor het nageslacht en een paramilitaire training.

Jihad in het westen?

De AIVD wijst er op dat de islamistische strijd zich in de afgelopen decennia steeds meer heeft ontwikkeld van een nationaal georiënteerde beweging, gericht op de vestiging van islamitische staten in het Midden-Oosten (Iran, Algerije), tot een internationaal georiënteerde beweging, die zich tegen het westen is gaan richten. Sinds eind van de jaren negentig zoeken radicaal-islamitische netwerken ook steeds meer aansluiting bij de gevestigde islamitische gemeenschappen in het westen. De aanslagen in New York in 2001 werden gepleegd door van oorsprong niet-radicaal islamitische immigranten die door leden van deze netwerken waren gerekruteerd. Inmiddels heeft zich een aanzienlijk aantal leden van het internationale netwerk van islamistische strijders in West-Europa gevestigd en georganiseerd. Het feit dat zij in staat blijken om hier nieuwe strijders voor de jihad te rekruteren, betekent een verdere toename van de dreiging die uitgaat van het islamistisch terrorisme naar westerse landen inclusief Nederland.