Meer maatwerk bij uitvoering veiligheidsonderzoek

Per 1 maart 2018 wordt de beleidsregel Veiligheidsonderzoeken aangepast. Voortaan wordt niet alleen gekeken naar wat er niet is, maar ook naar wat er wel is.

De uitvoering van veiligheidsonderzoeken door de AIVD en MIVD is waar mogelijk gelijkgetrokken. Dit brengt de samenwerking van beide diensten binnen één unit Veiligheidsonderzoeken (UVO) een stap dichterbij.

Wat verandert er aan het veiligheidsonderzoek?

Partner

Het begrip ‘partner’ wordt nu precies omschreven, zodat voor iedereen duidelijk is wie wij als iemands partner beschouwen.

Beoordelingsperiode C-onderzoek wordt korter

De beoordelingsperiode voor C-onderzoeken wordt minder lang; die periode wordt vijf jaar. Voorheen werd acht jaar teruggekeken.

Verblijf in het buitenland

Verblijf in het buitenland hoeft in beginsel pas na een verblijf van zes maanden onderzocht te worden in het veiligheidsonderzoek. Dat was drie maanden. Langdurig verblijf in het buitenland wordt ook op een andere manier onderzocht. Daarbij wordt rekening gehouden met de bestemming(en), de reden van het verblijf, de duur en de frequentie van het verblijf en de kwetsbaarheid van de specifieke functie. Zo sluiten we beter aan bij de praktijk dat steeds vaker mensen voor werk, studie of toerisme langere tijd naar het buitenland gaan.

Justitiële antecedenten

Het beoordelen van justitiële antecedenten wordt voortaan meer maatwerk. Er wordt meer gekeken naar het justitiële feit in relatie tot de beoogde functie.

Koppeling met Leidraad persoonlijke gedragingen en omstandigheden

De beleidsregel is gekoppeld aan de Leidraad persoonlijke gedragingen en omstandigheden. In deze leidraad staat welke indicatoren onderzocht worden en mogelijk kunnen leiden tot het weigeren of intrekken van een verklaring van geen bezwaar (VGB).

Een veiligheidsonderzoek is maatwerk

Een veiligheidsonderzoek is altijd maatwerk. Feiten, gedragingen en omstandigheden worden per persoon afgewogen. Wanneer na het veiligheidsonderzoek is vastgesteld dat er voldoende waarborgen zijn dat iemand een vertrouwensfunctie zonder risico’s kan vervullen, wordt een VGB afgegeven.