Kabinetsreactie op periodieke rapportage CTIVD inzake afluisterbevoegdheid

Vandaag is het rapport van de Commissie van Toezicht voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) over de inzet van de afluisterbevoegdheid en van de bevoegdheid tot de selectie van radio- en satellietcommunicatie (sigint) aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit onderzoek bestrijkt de periode van maart 2014 tot februari 2015.

De CTIVD constateert dat de AIVD doorgaans doordacht te werk gaat bij de inzet van de afluisterbevoegdheid en dat de AIVD in de meerderheid van de operaties de afluisterbevoegdheid rechtmatig en zorgvuldig inzet. Dit is in lijn met eerdere constateringen van de CTIVD, die de afgelopen vier jaar doorlopend onderzoek heeft verricht naar dit onderwerp.

Verder merkt de CTIVD op dat het aantal operaties waarbij sigint wordt ingezet redelijk constant is gebleken en dat de inzet betrekkelijk gering is ten opzichte van de afluisterbevoegdheid.

De CTIVD heeft bij een beperkt aantal van de operaties kritische kanttekeningen geplaatst, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het overgrote deel hiervan overgenomen.

Het rapport is samen met een reactie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer aangeboden.