CTIVD: Inzet afluisterbevoegdheid in de regel rechtmatig en zorgvuldig

De AIVD gaat bij het toepassen van de afluisterbevoegdheid ‘doordacht' te werk. Dat schrijft de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in het rapport over de afluisterbevoegdheid en Sigint.

De CTIVD constateert dat de AIVD zich "in de praktijk bewust is van het inbreukmakende karakter van de inzet van de afluisterbevoegdheid". De commissie stelt vast dat in de meerderheid van de onderzochte operaties de afluisterbevoegdheid op een rechtmatige wijze is toegepast. De toepassing was noodzakelijk en proportioneel en de informatie kon niet op een andere manier verkregen worden. Ook was de onderliggende motivering in het grootste deel zorgvuldig gedaan. Kritische kanttekeningen hebben slechts betrekking op een klein deel van het totale aantal operaties.

Minister neemt aanbevelingen over

De minister heeft in zijn brief aan de Eerste en Tweede Kamer aangegeven dat hij alle aanbevelingen van de commissie overneemt en de werkwijze van de AIVD wordt aangepast.

De CTIVD onderzoekt met enige regelmaat de inzet van deze bevoegdheden van de AIVD die onder de artikelen 25 en 27 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2002 vallen. Dit is het vierde rapport van de CTIVD over deze bevoegdheden.

De CTIVD heeft in de openbare versie van haar rapport opgenomen tegen hoeveel personen en organisaties de AIVD de afluisterbevoegdheid heeft ingezet en hoeveel Sigint-operaties hebben plaatsgevonden. Op basis van artikel 15 van de Wiv 2002 (geheimhoudingsplicht) besloot de minister deze aantallen te verwijderen. In de geheime versie van het rapport zijn deze wel blijven staan. Dit rapport wordt besproken in de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdienst van de Tweede Kamer.