Misverstanden over waarde AIVD-informatie

In NRC Handelsblad van 24 november 2003 verscheen een kritisch artikel over de AIVD: 'AIVD schiet tekort in uitvoering van kerntaken.'

Het artikel zette vraagtekens bij de waarde van informatie van de AIVD in terrorisme-strafzaken. Op 3 december 2003 reageerde minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in dezelfde krant onder de kop 'AIVD-informatie niet bedoeld voor strafproces'. De minister wil zo enkele misverstanden over (het gebruik van) AIVD-informatie ontkrachten.

Vragen en antwoorden over beide publicaties.

Werden radicale moslims vrijgelaten door gebrekkige informatie van de AIVD?

Het klopt dat onlangs vijf radicale moslims zijn vrijgelaten, die werden verdacht van het voorbereiden van een terroristische aanslag.

Het is een hardnekkig misverstand dat dit komt door gebrekkige informatie van de AIVD. De vrijlatingen zeggen niets over de inhoudelijke juistheid van de AIVD-informatie. Waar het om draait is dat er in deze zaak voor de rechter te weinig bewijs was, mede omdat AIVD-informatie niet als bewijs in een strafproces mocht worden gebruikt.

Maar AIVD-informatie is toch wel van belang voor de opsporing?

Ja, soms wel. De vijf radicale moslims waren naar het oordeel van de AIVD bezig met het voorbereiden of ondersteunen van een terroristische aanslag. Alles duidde erop dat deze rondom de ramadan zou plaatsvinden. De AIVD heeft deze informatie dan ook doorgegeven aan de Landelijk Officier van Justitie voor Terrorismebestrijding bij het Openbaar Ministerie, zodat de verdachten konden worden opgepakt. Maar zoals gezegd mag de informatie niet als bewijs in een strafproces worden gebruikt.

Waarom mag AIVD-informatie niet in een strafproces worden gebruikt?

Het verzamelen van informatie voor de strafrechtelijke opsporing is geen taak van de AIVD, maar van de politie. De taak van de AIVD is om 'als waakhond tijdig te blaffen' als de nationale veiligheid in gevaar is. Daarop is het AIVD-onderzoek gericht. Het gebruik van AIVD-materiaal bij een strafzaak is gebonden aan wettelijke beperkingen.

Welke wettelijke beperkingen zijn er aan het gebruik van AIVD-informatie?

De AIVD heeft een geheimhoudingsplicht, die is vastgelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002. De geheimhoudingsplicht heeft een drieledig doel, namelijk: het beschermen van kwetsbare bronnen (zoals agenten in een terroristennetwerk), het beschermen van de gekozen wijze van informatieverzameling (bijvoorbeeld een inzet van een microfoon of een volg- en observatieactie) en het beschermen van het actuele kennisniveau van de dienst (zoals informatie over ontmoetingsplaatsen en schuiladressen van leden van terroristische netwerken). Zonder deze geheimhouding kan de AIVD niet effectief werken.

Eigenlijk is de AIVD-informatie dan tóch gebrekkig, want oncontroleerbaar?

Ook dit is een hardnekkig misverstand. De AIVD legt elk jaar met een jaarverslag volledig verantwoording af aan de Tweede Kamer. Voor de geheime operationele aspecten van zijn werk doet de dienst dat voor de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer. Sinds kort is verder de onafhankelijke Commissie van Toezicht actief. Deze toets de rechtmatigheid van het handelen van de AIVD in al zijn facetten en heeft daarvoor toegang tot alle medewerkers en alle dossiers en archieven van de dienst. Tot slot kent de wet controlemechanismen voor de inzet van alle bijzondere bevoegdheden van de dienst.

-

Dat klopt. Maar dit heeft zoals gezegd niets te maken met de waarde van de AIVD-informatie. Discussie over de meest effectieve manier om het huidige terrorisme te bestrijden is dan ook zeer gewenst. (Zo onderzoekt minister Donner van Justitie of de mogelijkheid om AIVD-informatie in een strafproces te gebruiken, moet worden verruimd, red.)