Hulpmiddel om angst te verminderen

Om te voorkomen dat overheidsoptreden rond terroristische dreiging tot nodeloze angst leidt, is een hulpmiddel ontwikkeld om beleidsmakers te ondersteunen. Dat afwegingskader is gebaseerd op een onderzoek naar vier casussen in de laatste vijf jaar met een stevige maatschappelijke impact. Het onderzoek werd geïnitieerd door de AIVD.

De terreurdreiging in Amsterdam rond IKEA in 2009, de aanslag op Koninginnedag in 2009, de paniek tijdens de dodenherdenking op de Dam in 2010 en de arrestatie van twaalf Somaliërs op kerstavond 2010 waren gebeurtenissen die de aandacht van media en publiek opeisten. Ze hadden behoorlijke impact. Enerzijds door de doorbreking van de dagelijkse gang van zaken, anderzijds doordat het werd veroorzaakt door een medeburger. Er ontstond angst en wantrouwen.

Maatregelen vergroten en verkleinen angstgevoelens

Binnen de overheid leefde voor het opstarten van het onderzoek de vraag, hoe een van de oogmerken van terrorisme, angst zaaien, aangepakt moest worden. Centrale vraag in het onderzoek, uitgevoerd door het Instituut voor veiligheids- en crisismanagement (COT) en het Centre for Terrorism & Contraterrorism (CTC), was hoe het optreden van overheden bij dergelijke gebeurtenissen, gevoelens van angst en onrust bij het publiek versterken, dan wel verkleinen. Het doel: tot een afwegingsmodel komen dat overheden in de toekomst in staat stelt de juiste aanpak te kiezen.

Uit het onderzoek komen aanbevelingen naar voren die in het afwegingsmodel zijn verwerkt. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid zal de beschikbare onderzoeksresultaten gebruiken voor een vervolgproject voor bestuurders en bewindspersonen.

Terrorisme-experts betrokken bij het onderzoek

Het onderzoek naar onrustbeperkend overheidsoptreden stond onder leiding van terrorisme-experts prof. dr. Edwin Bakker en prof. dr. Beatrice de Graaf. De AIVD en de NCTV hebben het onderzoek gezamenlijk begeleid en gaan met de uitkomsten aan de gang.