DTN 38: dreigingsniveau 'substantieel' gehandhaafd

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft de voortgangsrapportage van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme, samen met het 38e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) aan de Tweede Kamer gestuurd. Het DTN komt mede op basis van informatie van de AIVD tot stand. Het dreigingsniveau blijft 'substantieel'.

De kans op een aanslag in Nederland blijft reëel. Er zijn echter op dit moment geen concrete aanwijzingen voor aanslagen in Nederland. De aanslagen in Parijs, Kopenhagen en het verijdelde plot in het Belgische Verviers bevestigen op indringende wijze de dreiging tegen Europa en dus ook tegen Nederland.

Ook in ons land moet rekening worden gehouden met het risico op zowel individuele acties als georganiseerde plots. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme wordt dan ook onverkort voortgezet. Het kabinet heeft, met oog op het langdurige karakter van het huidige dreigingsbeeld, besloten tot versterking van de veiligheidsketen op een aantal punten. Dat staat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) en de voortgangsrapportage van het Actieprogramma die vandaag naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.

Evenals in de vorige twee dreigingsbeelden vertonen de cijfers van uitreis naar jihadgebieden, ondanks de verslechterde veiligheidssituatie ter plaatse, een kleine maar gestage toename. Rond de 190 personen zijn inmiddels uitgereisd, waarvan ongeveer 35 zijn teruggekeerd en 30 zijn gesneuveld.

Dreiging niet alleen van uitreizigers en terugkeerders

De dreiging tegen Nederland wordt daarbij niet uitsluitend door uitreizigers en terugkeerders bepaald. Ook jihadisten die in het Westen verblijven en niet in een conflictgebied zijn geweest, kunnen overgaan tot het plegen van geweld. Er is sprake van een sterke wisselwerking tussen de conflicten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en jihadistische groepen in bijvoorbeeld in Europa. De propaganda die via internet en sociale media verspreid wordt, speelt hierbij een rol.

Lees meer op de website van de NCTV.