(Jihadistisch) terrorisme

In Nederland was het afgelopen jaar sprake van een toename van incidenten met een jihadistische, terroristische of radicaalislamitische achtergrond.

Incidenten en arrestaties

De jaren hiervoor bleef Nederland wat aanslagen betreft buiten schot en waren er vooral terroristische incidenten in de landen om ons heen. De willekeurig gekozen slachtoffers vielen bij steekincidenten op alledaagse, vrij toegankelijke locaties, met schijnbaar weinig voorbereiding.

Sinds de moord op Theo van Gogh in 2004 vonden in ons land geen incidenten meer plaats door extremistische en terroristische jihadisten. Tot afgelopen jaar. In 2018 vond een aantal voorvallen plaats waarbij de dader vermoedelijk vanuit een jihadistisch of radicaalislamitisch motief handelde of wilde handelen.

Op 5 mei 2018 stak een Syrische man in Den Haag drie mensen neer. Het Openbaar Ministerie verdenkt de man, die ernstige psychische problemen heeft, van poging tot moord met een terroristisch motief.

Op 31 augustus vond op station Amsterdam Centraal een steekpartij plaats waarbij een 19-jarige Afghaan die uit Duitsland kwam, twee mensen ernstig verwondde. De man verklaarde dat hij wraak wilde nemen vanwege een cartoonwedstrijd over de profeet Mohammed, die PVV-leider Geert Wilders in het voorjaar had aangekondigd.

Een aantal dagen daarvoor was op station Den Haag Centraal ook een Pakistaan gearresteerd die om dezelfde reden een aanslag wilde plegen op de PVV-leider. De verdachte richtte zich tegen Geert Wilders omdat in zijn ogen met de wedstrijd de profeet werd beledigd. Het Openbaar Ministerie heeft hem het voorbereiden van een aanslag met terroristisch oogmerk ten laste gelegd.

Daarnaast vonden diverse arrestaties plaats van jihadisten in Nederland. Zo leidde de samenwerking van de AIVD met diverse internationale en nationale partners op 17 juni tot de aanhouding van drie personen in Rotterdam.

Twee van hen worden verdacht van het voorbereiden van een terroristische aanslag in Frankrijk. Het is niet uitgesloten dat zij ook Nederlandse doelwitten overwogen.

Wellicht het meest in het oog springende voorval op dit gebied in Nederland was de aanhouding van zeven jihadisten op 27 september.

Uit onze onderzoeken bleek dat zij behoorden tot een jihadistisch netwerk waarvan de oorsprong in Arnhem lag, en dat zij voorbereidingen aan het treffen waren voor een grootschalige terroristische aanslag op een evenement in ons land.

Arnhemse zaak

De AIVD deed al langere tijd onderzoek naar de betrokkenen van een jihadistisch netwerk in Arnhem. Deze leden maakten deel uit van de kern van de jihadistische beweging in Nederland. Op 25 april 2018 brachten wij een eerste ambtsbericht uit aan de Landelijk Officier van Justitie Terrorismebestrijding over voorbereidingen die de groep trof om een aanslag op een grootschalig evenement te plegen. Daarbij wilden zij zoveel mogelijk slachtoffers maken.

Het is zeer zorgelijk dat onder een deel van de jihadistische beweging in Nederland de intentie leeft om een grote aanslag te plegen op dergelijke ‘soft targets’. De cel zou zich hebben laten inspireren door ISIS, maar opereerde voor deze aanslag zeer vermoedelijk zelfstandig. De leden hadden wel contact met andere jihadisten in binnen- en buitenland, maar deelden de plannen voor deze aanslag niet met mensen buiten hun eigen groep.

Jihadistische dreiging tegen het Westen

De huidige jihadistische dreiging kenmerkt zich door een voortdurende dreiging van complexere en relatief eenvoudige aanslagen in en tegen het Westen. Dit gebeurt door mondiaal opererende jihadistische organisaties, zoals ISIS en Al Qaida, en kleinere jihadistische netwerken of individuen.

De incidenten van het afgelopen jaar en de vele arrestaties tonen aan dat de jihadistische dreiging in West-Europa nog steeds aanwezig is.

Dreiging vanuit ISIS en Al Qaida

Ondanks het uiteenvallen van het zogenoemde kalifaat en het verlies van grondgebied blijft ISIS een dreiging vormen. Zo heeft de organisatie in 2018 in Europa de verantwoordelijkheid opgeëist voor aanslagen in Luik (België), Trèbes, Parijs en Straatsburg (Frankrijk).

Wel hebben de teloorgang van het kalifaat en het verlies aan slagkracht bij ISIS geleid tot vermindering van de aantrekkingskracht op jihadisten.

Ook Al Qaida wil het Westen nog altijd treffen met aanslagen. Het heeft de afgelopen jaren in de luwte van ISIS kunnen werken aan het versterken van zijn organisatie. Netwerken en afdelingen die worden gerekend tot Al Qaida richten zich daarbij nog altijd op aanslagplanning tegen het Westen.

Dreiging van uitreizigers

De mogelijke dreiging van uitreizigers kent twee aspecten. Enerzijds zijn er uitgereisde strijders die er nog steeds voor kiezen om te verblijven bij terroristische groepen als Al Qaida en ISIS in Syrië en/of Irak.

Zij staan met regelmaat in contact met het 'thuisfront' in het Westen. Hierdoor dragen ze bij aan de verdere inbedding van het jihadistisch gedachtegoed in gemeenschappen in het Westen. Zij maken gebruik van deze contacten om personen aan te sporen tot (ondersteuning van) aanslagen.

Anderzijds zijn inmiddels aanzienlijke aantallen strijders uit Syrië en Irak teruggekeerd naar Europa, ook naar Nederland. Eind 2018 waren dat er circa 55. De terugkeer vindt druppelsgewijs plaats en het gaat daarbij zowel om vrouwen, al dan niet met kinderen, als om mannen.

Per persoon die terugkeert, maakt de Nederlandse overheid een afweging in welke mate deze een dreiging vormt. Eind 2018 bevonden zich nog zo'n 135 jihadisten met een Nederlandse achtergrond bij terroristische groepen in Syrië en Irak.

De uitdaging voor de AIVD, en voor de hele Nederlandse overheid, is om te achterhalen met welk doel mensen terugkeren.

Zijn ze gedesillusioneerd door de zware omstandigheden, gevlucht en missen ze de Nederlandse vrije samenleving? Zijn ze getraumatiseerd door de confrontatie met of deelname aan geweld? Zoeken ze hier contact met jihadisten in Nederland en geven ze de beweging een extra impuls? Zijn ze gestuurd door de organisatie daar om in het Westen een aanslag te plegen of deze te ondersteunen?

Onderkende terugkeerders worden aangehouden en staan terecht. Wij schatten in dat een deel van deze jihadisten tijdens hun gevangenisstraf en erna waarschijnlijk niet zal afzien van het gedachtegoed. Zij kunnen zich weer aansluiten bij de jihadistische netwerken waaruit ze voortkomen of nieuwe netwerken vormen.

Het Nederlandse detentiesysteem waar terrorismeverdachten en –veroordeelden bij elkaar en niet bij andere gedetineerden worden geplaatst, voorkomt grotendeels dat niet-extremistische gedetineerden door jihadisten worden geradicaliseerd en gerekruteerd. In andere Europese landen gebeurt dat wel.

Het Nederlandse systeem kan wel leiden tot ongewenste onderlinge beïnvloeding en vorming van nieuwe netwerken.

Daarnaast komen in Europa de komende jaren veel gedetineerde jihadisten vrij. De AIVD verwacht dat gedetineerde jihadisten en vrijgelaten (ex-)jihadisten een belangrijk onderdeel van het dreigingsbeeld zullen vormen.

De jihadistische beweging in Nederland is een dynamisch geheel van individuen en groepen die het jihadistisch gedachtegoed aanhangen. Deze beweging kent geen hiërarchie of strak omlijnde structuur. Veel jihadisten staan met elkaar in contact in zowel de echte als de virtuele wereld. Velen ondernemen als groep activiteiten. Diverse groepen staan in contact met elkaar of met jihadistische groepen en individuen in het buitenland. Daarnaast zijn er jihadisten die alleen staan en geïsoleerd leven van gelijkgestemden.

'Of de beweging groter en krachtiger wordt, is afhankelijk van bijvoorbeeld de opkomst van nieuwe leiders en nieuwe bronnen van inspiratie.'

Nederlandse jihadistische beweging telt ruim 500 personen

Wij rekenen ruim 500 personen tot de jihadistische beweging in Nederland. Enkele duizenden personen in Nederland sympathiseren met het jihadistisch gedachtegoed zonder echt tot de beweging te behoren.

De jihadistische beweging in Nederland is voornamelijk pro-ISIS, maar er zijn ook jihadisten die meer op de lijn van Al Qaida zitten. De beweging was in de afgelopen jaren zeer gericht op de oorlog in Syrië en het kalifaat van ISIS. Ruim 300 jihadisten reisden naar die regio.

Nu er geen fysiek kalifaat meer bestaat, is die focus verminderd. Er is sprake van een fase van heroriëntatie, waarin de jihadisten zich nu meer richten op het verspreiden van hun leer of ideologie en op versterking van hun netwerken.

Of de beweging groter en krachtiger wordt, is afhankelijk van meerdere factoren.

Daarbij is te denken aan de opkomst van nieuwe leiders en nieuwe bronnen van inspiratie, of kwesties die zich voordoen en de beweging opnieuw kunnen mobiliseren. De oorlog in Syrië was zo'n momentum in het begin van dit decennium.

Ook in de huidige fase van heroriëntatie gaat dreiging uit van de jihadistische beweging in Nederland, zoals onder meer de arrestaties van het Arnhemse netwerk aantonen.

Onconventionele aanslagmiddelen

Afgelopen jaar was in het Westen in enkele gevallen sprake van een mogelijk gebruik van onconventionele aanslagmiddelen in de vorm van biologische stoffen, zoals in Duitsland en Italië.

We zien dat dergelijke kennis wordt verspreid door de handleidingen voor het maken en inzetten van chemische middelen en biologische gifstoffen op te nemen in propaganda-uitingen.

Activiteiten en resultaten

Aantal producten ten aanzien van terrorisme
Inlichtingenrapporten >100
Ambstberichten OM 35
Ambstberichten  IND 8
Ambstberichten  Buitenlandse Zaken 3
Ambstberichten  burgemeesters 2
Publicatie 1

De publicatie ging over de stand van zaken met betrekking het jihadistisch gedachtegoed: 'De erfenis van Syrië'.

Grensoverschrijdende dreigingen vragen om een grensoverschrijdend antwoord. Ook in 2018 is internationale samenwerking tussen collega-diensten cruciaal gebleken in het bestrijden van terrorisme.

Deze samenwerking is deels verankerd in de Counter Terrorism Group (CTG). Dat is een samenwerkingsverband van de veiligheidsdiensten uit de EU-landen plus Noorwegen en Zwitserland.

Het in ons land gevestigde platform waarbinnen gegevens over jihadstrijders direct met elkaar worden gedeeld, vereenvoudigt de samenwerking en draagt bij aan het krijgen van beter inzicht in transnationale en internationale verbanden.

De samenwerking versterkt onze inlichtingenpositie en die van de aangesloten partners. Concreet leidt deze samenwerking tot het eerder onderkennen, identificeren en aanhouden van potentiële jihadistische aanslagplegers in Europa.