Naar aanleiding van: 'dader 'bekend' bij de diensten'

Na de recente terroristische aanslagen in Europa is er in de media met regelmaat over gesproken dat de aanslagpleger bekend zou zijn bij de diensten. Maar wat betekent ‘bekend’?

Duizenden tips per jaar

Om een idee te geven van de dagelijkse praktijk: de AIVD heeft in 2016 zo'n 5400 tips verwerkt die diverse partijen van buiten de AIVD aandragen. Denk daarbij aan burgers die contact zoeken, buitenlandse collega-diensten en de politie.

De informatie kan betrekking hebben op concrete dreigingen, maar het kan ook gaan over personen die bijvoorbeeld hun sympathie uiten over het jihadisme of een andere ideologie.

Het jihadisme kent honderden aanhangers en duizenden sympathisanten, die niet allemaal direct een dreiging voor de nationale veiligheid vormen.

Voortdurend afwegingen maken en prioriteiten stellen

Registratie van zulke meldingen zorgt ervoor dat deze personen dus wel ‘bekend’ zijn bij de dienst. Dit betekent dat ze met hun naam in de informatiesystemen komen.

Dit betekent niet direct dat ze nauwlettend in de gaten worden gehouden en dat bijvoorbeeld hun telefoons worden afgeluisterd. De AIVD maakt doorlopend afwegingen op wie de dienst zijn capaciteit inzet en of de toepassing van een bijzondere bevoegdheid noodzakelijk is.

Als mensen een relatie blijken te hebben met een terroristisch netwerk of wanneer zij anderszins opvallen en de AIVD wil meer weten over de persoon, dan kan de AIVD overgaan tot de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen.

Dit mag bijna altijd alleen als de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie daar toestemming voor geeft. We noemen ze dan een ‘target'.

Met elkaar Nederland veilig houden

Wanneer een target een dreiging vormt voor de veiligheid, dan doen we er binnen de capaciteit(en) van de AIVD alles aan om zo iemand in de gaten te houden. Waar mogelijk informeren wij ook de partners in de veiligheidsketen, om samen Nederland veilig te houden.

In de rubriek ‘Naar aanleiding van’ geeft de AIVD algemene duiding bij gebeurtenissen of berichten in de media die te maken hebben met het werk van de dienst.