Brochure Zicht op de Binnenlandse Veiligheidsdienst 1999

De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) bestaat sinds 1949 en levert een bijdrage aan de bescherming van de nationale veiligheid.

De BVD heeft drie taken, die zijn vastgelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten:

  1. het verzamelen van gegevens over personen en organisaties die een bedreiging kunnen vormen voor de democratische rechtsorde, de veiligheid van de staat of andere gewichtige belangen.
  2. het verrichten van veiligheidsonderzoeken
  3. het bevorderen van beveiligingsmaatregelen bij bepaalde onderdelen van overheid en bedrijfsleven.

De BVD heeft geen opsporingsbevoegdheid. Voor de BVD geldt, door het kwetsbare karakter van de verzamelde gegevens, een specifieke geheimhoudingsplicht. De BVD onderhoudt relaties met onder andere het Openbaar Ministerie en de politie. Bovendien werkt de BVD nauw samen met de Militaire Inlichtingendienst. Ook met tal van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het buitenland bestaat intensief contact.

De minister van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de BVD. Hij legt verantwoording af aan het parlement, onder andere aan de hand van het jaarverslag van de BVD. Met de Commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit de Tweede Kamer bespreekt de minister de onderwerpen die buiten de openbaarheid moeten blijven. Klachten over de BVD worden onderzocht door de Nationale Ombudsman.