Hoofdlijnen herziening Wiv 2017 naar Tweede Kamer gestuurd

Ministers Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Kajsa Ollongren (Defensie) hebben namens het kabinet de hoofdlijnennotitie wijziging Wiv 2017 naar de Tweede Kamer verstuurd. In deze notitie wordt ingegaan op de aanbevelingen van de Evaluatiecommissie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (ECW, van begin 2021) op het gebied van o.a. het stelsel van toetsing, toezicht en klachtbehandeling, de omgang met bulkdata, geautomatiseerde data-analyse en de hackbevoegdheid.

Beeld: ©iStockphoto

De hoofdconclusie van de ECW was dat de Wiv 2017 voor een belangrijk deel heeft gebracht wat was beoogd, maar op onderdelen tekort schiet. Deze conclusie met bijbehorende aanbevelingen zijn door het kabinet omarmd en zijn meegenomen in de geschetste contouren van de wetsherziening in de hoofdlijnennotitie. Vanwege urgentie heeft het kabinet eerder besloten enkele aanbevelingen van de ECW reeds in de Tijdelijke Wet Cyberoperaties op te nemen, die in december 2022 aan de Tweede Kamer is gestuurd.

Minister Bruins Slot: β€œDe diensten hebben een onmisbare rol in het beschermen van de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde. Het is van belang dat zij hun werk op een goede wettelijke basis effectief en rechtmatig kunnen doen om Nederland te beschermen. Deze voorstellen zorgen daarvoor.”

Minister Ollongren: "Gelet op de toekomstige dreigingen moeten we de AIVD en MIVD in staat stellen adequaat hun werk te kunnen doen. Dat vergt een wettelijk kader dat recht doet aan de hedendaagse realiteit.”

Bij het opstellen van de hoofdlijnennotitie heeft er, mede op verzoek van de Tweede Kamer, constructieve afstemming plaatsgevonden met beide toezichthouders, de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Daarbij is ook nadrukkelijk aandacht besteed aan de voor- en nadelen van het samenvoegen van de CTIVD en de TIB.

In de hoofdlijnennotitie wordt uiteraard ook ingegaan op de waarborgen voor de bescherming van de rechten en belangen van de burgers. Hierbij is rekening gehouden met de gevolgen van de recente jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en het Hof van Justitie van de Europese Unie. Met het oog op het functioneren en het evenwicht van het stelsel in brede zin, is er steeds ook aandacht geweest voor de uitvoeringsconsequenties voor de AIVD en de MIVD.