Anti-institutioneel extremisme

De AIVD doet onderzoek naar bedreigingen voor onze democratische rechtsorde. Wanneer personen of groepen bewust een narratief over een 'kwaadaardige elite' verspreiden, creëren ze daarmee een feitelijk onjuist wereldbeeld. Daarmee ondermijnen ze het vertrouwen in democratische instituties en processen, zoals de overheid, politie en media. Dit noemen wij anti-institutioneel extremisme.

De AIVD maakt onderscheid tussen een vijandigheid die is gebaseerd op een extremistische ideologie en reguliere kritiek op instituties.

'Voor een goed functionerende democratie zijn kritiek en tegenspraak noodzakelijk.'

Het hebben van kritiek en het ongehinderd protesteren tegen instituties is een belangrijk onderdeel van een goed werkende democratische rechtsorde. Ook als hierbij de grenzen van de wet worden opgezocht.

Het beeld over een ‘kwaadaardige elite’

De anti-institutioneel extremistische beweging richt zich op democratische gezagsdragers, waaronder politici en wetenschappers. 

Aanhangers van deze beweging schetsen een beeld (narratief) dat er in Nederland een 'kwaadaardige elite' aan de macht is die de bevolking wil onderdrukken, tot slaaf maken of zelfs vermoorden. 

Zij stellen dat deze elite de controle heeft over de overheid, grote bedrijven, de rechtspraak, de wetenschap en kranten en tv-zenders. En dat hiertegen verzet moet worden gepleegd.

Het taalgebruik van de anti-institutioneel extremistische beweging kenmerkt zich door een diepe vijandigheid, fanatisme en gewelddadige fantasieën waarbij voor eigen rechter wordt gespeeld. Zo worden er bijvoorbeeld uitspraken gedaan over tribunalen en burgerarresten.

Verspreiding van mis- en desinformatie

Over diverse onderwerpen, waaronder corona, de stikstofproblematiek en het World Economic Forum (WEF), wordt al enige tijd mis- en desinformatie verspreid vanuit anti-institutionele hoek. Hierbij speelt het wereldbeeld over de 'kwaadaardige, onderdrukkende elite', die bewust bepaalde problemen verzint of creëert om haar eigen ‘geheime’ agenda uit te rollen, een belangrijke rol.

De snelle verspreiding van dergelijke mis- en desinformatie komt onder meer doordat dit soort boodschappen via verschillende aanjagers een groot publiek bereikt. Dat sentiment wordt nog eens versterkt door incidenten in de politiek waarbij vertrouwen centraal staat. 

Steeds meer mensen hebben het gevoel dat hun zorgen niet serieus genomen worden, terwijl die wel degelijk terecht kunnen zijn. Deze constatering kan voor sommigen een voedingsbodem zijn voor het anti-institutioneel narratief.

'Aanhangers van anti-institutionele boodschappen wenden zich geleidelijk, maar steeds meer, af van de rest van de maatschappij.'

Onzekerheid over maatschappelijke ontwikkelingen

Anti-institutionele boodschappen vinden makkelijker weerklank bij mensen die zich onzeker voelen over hun inkomen of toekomst en maatschappelijke ontwikkelingen, en dat de overheid (deels) verwijten. En bij mensen die vinden dat de overheid oneerlijk handelt. Een deel van de aanhang was ooit zelf de dupe van het falen van de overheid, of ze zien dat anderen daar slachtoffer van worden.
 
Er zijn aanhangers die alleen nog eigen (sociale) media volgen, en overgaan tot thuisonderwijs en het van school halen of houden van kinderen. Anderen laten zich afmelden bij het kiesregister of proberen zich zelfs uit te schrijven van de samenleving, waarbij ze aangeven niet langer de Nederlandse wet- en regelgeving te willen volgen. 

Zo wenden aanhangers zich geleidelijk, maar steeds meer, af van de rest van de maatschappij.

Meer weten over dit onderwerp?

Download de publicatie over de opkomst van het anti-institutioneel extemisme in Nederland

Wat is de link met rechts-extremisme?

Een veelgestelde vraag is: kan anti-institutioneel extremisme worden beschouwd als een zelfstandige beweging of is het eerder een stroming die deel uitmaakt van het rechts-extremistische spectrum

Wat betreft de vijandigheid naar de huidige overheid en instituties - en de complottheorieën waarop de denkbeelden zijn gebaseerd - zijn er tussen beide groepen veel overeenkomsten. Toch ziet de AIVD dit als twee verschillende bewegingen. 

Het grootste verschil zit in de wijze waarop 'de eigen groep' wordt gezien:

  • Rechts-extremisten zien deze groep als het eigen volk (beperkt).
  • Anti-institutioneel extremisten benaderen deze groep veel breder als het volk in zijn geheel (divers).

De rechts-extremist zet zich in eerste instantie in voor het 'witte ras' en verzet zich tegen de aanval op de eigen cultuur of manier van leven. De rol van de overheid vindt hij hierin problematisch, omdat deze volgens hem in opdracht van de Joodse elite handelt en zo ervoor zorgt dat het blanke ras wordt geëlimineerd. 

De anti-institutioneel extremist zet zich in voor het volk als geheel en ziet thema's als migratiebeleid als nieuw bewijs dat de 'kwaadaardige elite' het volk wil onderdrukken, maar vindt deze onderdrukking ook in een scala aan andere thema's. 

Anti-institutioneel extremisten zijn niet per definitie antisemitisch, noch zien zij het 'witte ras' als superieur. Dit narratief heeft daarom de potentie om een etnisch en politiek zeer divers publiek aan te spreken.

Het rechts-extremistisch narratief heeft daarentegen een beperkter bereik, omdat de te beschermen groep (het 'witte' ras) per definitie veel meer afgebakend is.

Waarin vinden ze elkaar wel?

Diverse maatschappelijke thema's, zoals de hogere energieprijzen, immigratie en het tekort aan woningen, zijn volgens beide groeperingen de schuld van het beleid van de overheid en instituties. Op dat vlak vinden beide groepen elkaar goed in hun denkbeelden. 

Het narratief over een 'kwaadaardige elite' is erg wendbaar en verschillende groeperingen kunnen aanhaken wanneer een specifiek thema aansluit bij hun overtuigingen. 

De gezamenlijke afkeer van de overheid en instituties, en het geloof in een complot van een machtige 'elite' die op de achtergrond de dienst uitmaakt, verenigt hen daarin.

Van anti-overheid naar anti-institutioneel

Tot medio 2022  gebruikte de AIVD hiervoor de term anti-overheidsextremisme. Het verhaal over de elite richt zich echter steeds vaker niet alleen op de overheid, maar raakt ook andere instituties binnen de democratische rechtsorde, zoals de politie, wetenschap en media. De term anti-institutioneel extremisme dekt daarom de lading beter.

Ga terug naar de overzichtspagina: Extremisme.