Internationale dreigingen

De AIVD (en MIVD) onderzoeken politieke intenties van andere landen, de stabiliteit in deze landen en regionale en mondiale geopolitieke ontwikkelingen. Want die kunnen, bedoeld of onbedoeld, Nederlandse belangen schaden.

Gebombardeerde flatgebouwen in de Oekraiense stad Mariupol
Beeld: ©ANP
  • De inval van Rusland in Oekraïne is meer dan een conflict tussen twee landen. 
  • Oekraïne is het militaire strijdtoneel, maar voor Moskou gaat de onderliggende strijd over zeggenschap over hoe de wereld wordt bestuurd. 
  • De AIVD en de MIVD onderzoeken alle dreigingen die van Rusland uitgaan in samenhang.

'Geen enkel groot land eindigt waar zijn grondgebied eindigt.'

Dat is het centrale thema in president Poetins geopolitieke denken: Rusland eist als zelfverklaarde grootmacht het recht op de wereldorde te kunnen vormgeven naar eigen inzicht.

Rusland gaat militaire avonturen aan, organiseert ongekende binnenlandse repressie, hackt, liquideert vijanden, ligt dwars in internationale organisaties, probeert verdeeldheid te zaaien in het Westen, gebruikt de gaskraan om het Westen te chanteren, escaleert zijn nucleaire retoriek, en probeert in samenwerking met China het internationale systeem in het eigen voordeel aan te passen.

Met de grootschalige invasie van Oekraïne, in februari, heeft Rusland de grootste oorlog op het Europese continent ontketend sinds de Tweede Wereldoorlog. Poetin heeft met de invasie duidelijk gemaakt dat Rusland bereid is om op grote schaal geweld te gebruiken om de Europese en internationale verhoudingen naar zijn hand te zetten.

Met de inval begon dan ook meer dan een militair conflict tussen twee landen. Het bracht ontwikkelingen die al lang gaande zijn in de wereld plotseling in stroomversnelling, veranderde de verhoudingen tussen groepen landen, en kan nog lange tijd beïnvloeden hoe landen met elkaar omgaan. Het bleek, kortom, een geopolitieke systeemschok.

Oekraïne is het militaire strijdtoneel, maar voor Moskou gaat de onderliggende strijd over de geopolitieke verhoudingen in de wereld. Moskou beschouwt zich al jaren in een existentieel conflict met het Westen. Hoewel Rusland waarschijnlijk geen openlijk militair conflict met de NAVO wil riskeren, schrikt het er niet voor terug om een breed arsenaal aan middelen te gebruiken om het Westen schade toe te brengen en zijn eigen positie te verbeteren.

Moskou gebruikt bijvoorbeeld energie als wapen om westerse economieën te beschadigen. Rusland beperkt doelbewust de gastoevoer naar Europa, waardoor krapte ontstaat op de markten en gasprijzen tot recordhoogte stijgen. Hier voelt vrijwel iedere Europeaan de gevolgen van Poetins economische oorlog tegen het Westen. Rusland hoopt zo het maatschappelijk draagvlak voor de westerse steun aan Oekraïne te ondermijnen.

Rusland gebruikt ook informatie als wapen tegen het Westen. Het land zegt in 'informatie-oorlog' met het Westen te zijn en gebruikt daarvoor onder meer staatsmedia, bekende Russen, opiniemakers, websites, veteranen, bloggers en inwoners uit de Donbas om het eigen narratief te versterken en critici in een kwaad daglicht te plaatsen. 

Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten en uiteenlopende (semi-) overheidsfunctionarissen zijn in het verborgen actief om het Kremlin-narratief te versterken. Het Kremlin richt zijn informatiecampagnes niet alleen op de eigen en op de Oekraïense bevolking. Het zoekt ook heimelijk naar ingangen in de Europese politiek, en bij Europese bestuurders en media. Hoewel Moskou zijn pijlen daarbij niet specifiek op Nederland richt, heeft Moskou afgelopen jaar soms verregaande pogingen gedaan om het westerse publieke debat over de invasie en het politiek-bestuurlijke bestel heimelijk te beïnvloeden.

Spionage is voor Rusland eveneens een wapen in de strijd. Het Kremlin gebruikt de inlichtingen- en veiligheidsdiensten FSB, GRU en SVR als instrument om binnen- en buitenlandse doelen te behalen. Rusland probeert er door spionage onder meer achter te komen hoe de NAVO en de EU besluiten nemen, en vervolgens hoe het die besluitvorming kan ondermijnen.

De AIVD en MIVD zijn samen met internationale partners voortdurend actief om deze dreiging tegen te gaan. In reactie op de Russische inval hebben Europese landen bijvoorbeeld meer dan 350 Russische inlichtingenofficieren tot persona non grata verklaard (lees verder bij 'Spionage en inmenging in Nederland').

Ten slotte gebruikt Rusland ook cyberaanvallen. Niet zo grootschalig als tijdens en kort na de invasie werd verwacht, maar het digitale domein is wel degelijk belangrijk gebleken in de oorlog. Rusland probeerde door digitale spionage onder meer een beeld te krijgen van Oekraïense politieke en militaire besluiten, Oekraïense troepenbewegingen en communicatie tussen legeronderdelen.

Rusland probeerde ook door digitale spionage rekruten van het Oekraïense leger te identificeren. Bovendien lijkt Rusland meer bereid digitaal te spioneren bij landen die Oekraïne steunen. En - tegen de achtergrond van de Europese gastekorten - moet Rusland worden gezien als een grotere digitale bedreiging voor de wereldwijde energiesector.

De AIVD en de MIVD onderzoeken alle dreigingen die van Rusland uitgaan in samenhang. De diensten maken potentiele doelwitten van deze Russische dreigingen in Nederland weerbaarder. Specifiek het Nederlandse politieke bestel. De diensten hebben ook als doel (digitale) operaties van de Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten FSB, SVR en GRU in binnen- en buitenland te verstoren, om ervoor te zorgen dat die minder effectief zijn. 

De AIVD beschouwt de activiteiten van deze Russische diensten als een dreiging tegen de nationale veiligheid van Nederland, en tegen de Nederlandse belangen in het buitenland. Daarnaast voorzien de AIVD en MIVD de regering en ministeries van informatie om de dreiging die van Rusland uitgaat te duiden en de overheid in staat te stellen om daar passend beleid tegen te maken. 

De sociaaleconomische effecten van de oorlog kunnen mogelijk bijdragen aan maatschappelijke onrust in Nederland en de groei van anti-institutioneel extremisme.

Ook kan het kansen bieden voor het internationaal terrorisme, gericht tegen Europa. Potentieel kunnen die ontwikkelingen elkaar versterken. 

De AIVD heeft geen aanwijzingen dat (grote) groepen Nederlanders met een extremistische ideologie naar Oekraïne zijn gereisd om daar deel te nemen aan de oorlog, aan hetzij Oekraïense, hetzij Russische zijde.

'De AIVD heeft in 2022 voorkomen dat een Russische spion werkzaamheden kon verrichten bij het Internationaal Strafhof.'

Spionage en inmenging in Nederland

  • Spionage en inmenging in Nederland waren in 2022 een omvangrijk probleem.
  • In februari zette Nederland zeventien Russische inlichtingenofficieren uit.
  • In april voorkwam de AIVD dat een Russische spion onder uitgebreide dekmantel werkzaamheden kon verrichten bij het Internationaal Strafhof.
  • Diverse landen probeerden in Nederland (voormalige) burgers te monitoren. Enkele landen bleken eerder bereid dodelijk geweld te gebruiken tegen gevluchte dissidenten.

Andere landen ondernemen in Nederland in het geheim activiteiten die onze veiligheid bedreigen en onze rechtsorde ondermijnen. Afhankelijk van de activiteit spreken we van spionage, heimelijke beïnvloeding of ongewenste inmenging. De AIVD probeert dat op tijd te ontdekken om het, samen met de juiste instanties, te kunnen tegengaan. 

Als landen in het geheim en onrechtmatig actief zijn in Nederland, is dat altijd om er zelf beter van te worden. Ze hebben daarbij een aantal specifieke doelen en methoden. In de eerste plaats proberen sommige landen achter Nederlandse geheimen, kennis en technologie te komen - spionage. Zo verwachten ze politiek, economisch of militair voordeel te krijgen. 

In de tweede plaats zijn er landen, waaronder Rusland, die westerse democratieën en samenwerking onopgemerkt proberen te ondermijnen, omdat ze profiteren van een zwakker Westen. Ook kunnen zij zich inspannen om de sociale en politieke stabiliteit van Nederland te verzwakken. We noemen dat (heimelijke) beïnvloeding. 

Landen proberen de Nederlandse overheid soms ook heimelijk te beïnvloeden bij het nemen van (internationale) besluiten, of ze proberen de Nederlandse bevolking een positiever maar onjuist beeld te geven van (acties van) hun land. Daarbij brengen ze soms bewust desinformatie in omloop (niet te verwarren met publieke diplomatie of propaganda, waarnaar de AIVD geen onderzoek doet).

In de derde plaats zijn landen in het geheim actief in Nederland om binnen de diaspora van hun (voormalige) burgers in Nederland personen in de gaten te houden. Sommige landen zijn daarbij intimiderend en gewelddadig gebleken. Dit kan ervoor zorgen dat migranten en Nederlanders met een migratieachtergrond zich hier minder vrij en veilig voelen.

De schade door spionage

Hoewel het meestal niet het belangrijkste doel van landen is om Nederland te schaden, kan de schade door spionage en inmenging groot zijn. Spionage raakt dan ook iedere Nederlander. Door bijvoorbeeld economische spionage kunnen innovatieve kennis en technologie uit Nederland verdwijnen.

Spionage en inmenging kunnen de eenheid van westerse samenwerkingsverbanden zoals de EU en de NAVO ondermijnen en zo de wereld minder veilig maken. Ook kan heimelijke beïnvloeding onrust en tegenstellingen in onze samenleving (verder) aanwakkeren. 

Een omvangrijk probleem

Spionage en inmenging door andere landen waren in 2022 een omvangrijk probleem voor Nederland. Een aantal landen, methoden en doelen worden in dit jaarverslag dan ook apart behandeld. 

Rusland en China bedreigen de nationale veiligheidsbelangen van Nederland het meest. Daarom zijn er hoofdstukken over de Russische inval in Oekraïne en de impact daarvan op de dreiging voor Nederland en zijn bondgenoten, en over de assertieve rol die China internationaal speelt (lees verder bij 'China's twee gezichten op het wereldtoneel'). Daarin is er ook aandacht voor de spionage-activiteiten van die landen. 

Cyberspionage heeft geen ander doel dan andere spionage. Het is een specifieke manier om te spioneren, namelijk digitaal. Ook zijn er specifieke (beveiligs)maatregelen om cyberdreiging tegen te gaan. Die worden behandeld in de alinea 'Cyberdreigingen'.

Spionage die de economische veiligheid van Nederland in gevaar brengt, wordt  besproken in het hoofdstuk Dreigingen helpen voorkomen of wegnemen. Zowel omdat het zo'n urgent probleem is, als omdat er specifieke manieren zijn om Nederland economisch weerbaarder te maken. 

Die weerbaarheid, ook tegen andere dreigingen, wordt besproken in de alinea 'Economische veiligheid'. Daarbij wordt ook belicht waarom juist een integrale aanpak zo belangrijk is. 

Spionage

Diverse landen probeerden in 2022 in Nederland geheimen te stelen om daar onder meer politiek hun voordeel mee te doen. Dat ging niet alleen om Nederlandse geheimen, te vinden bij overheidsinstanties. Maar ook om informatie over en bij organisaties en bondgenootschappen waarvan Nederland lid is, zoals de EU en de NAVO. Nederland wordt dan gebruikt als springplank. 

Vooral Rusland probeert al jaren politieke informatie te stelen bij de EU en de NAVO. Om fysieke spionage door Rusland te dwarsbomen, hebben Europese landen in reactie op de Russische inval in Oekraïne in februari, meer dan 350 Russische inlichtingenofficieren tot persona non grata verklaard. Nederland wees zeventien inlichtingenofficieren uit, zij werkten onder diplomatieke dekmantel. 

De actie illustreert de toegenomen samenwerking tussen Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten om spionage te voorkomen. De samenwerkende diensten stemmen niet alleen het uitzetten van spionnen af, ze wisselen ook gegevens uit over onderkende inlichtingenofficieren zodat die elders geen schade kunnen aanrichten. 

De uitwijzing is een zware tegenslag voor de Russische inlichtingendiensten. Rusland zal waarschijnlijk proberen de aanwezigheid van inlichtingenofficieren in diplomatieke vertegenwoordiging weer op te bouwen. 

De AIVD voorkwam in april dat een inlichtingenofficier van de Russische militaire inlichtingendienst GRU bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag stage kon lopen. Daarbij zou hij kunnen hebben spioneren. Het Internationaal Strafhof is voor Rusland een interessante organisatie omdat het onderzoek doet naar mogelijke oorlogsmisdaden van Rusland in Georgië en Oekraïne. 

De inlichtingenofficier maakte gebruik van een Braziliaanse dekmantelidentiteit en was voor zijn werk jarenlang getraind. De AIVD heeft hem aangemerkt als een gevaar voor de nationale veiligheid, waarna hij met de eerstvolgende vlucht is teruggestuurd naar Brazilië, en daar is aangehouden. 

Heimelijke beïnvloeding

Rusland wil dat westerse landen positiever over het land gaan denken en besluiten nemen die Rusland beter uitkomen. De AIVD en andere diensten zien dat het land zich daarvoor openlijk en in het geheim inspant. 

Moskou wil de westerse steun aan Oekraïne en de sancties tegen Rusland ondermijnen. Onder de eigen bevolking wil het regime het beeld van het Westen als vijand versterken. Met dat doel probeert het land de politieke eenheid in en tussen westerse landen te ondermijnen, door politieke en maatschappelijke tegenstellingen (uit) te vergroten. Rusland lijkt de economische onzekerheid en polarisatie in het publieke debat in Europa daarbij te zien als kans. 

De heimelijke beïnvloedingsactiviteiten zijn vooral gericht op grotere Europese landen. Maar omdat het om bondgenoten gaat, raakt het ook Nederlandse belangen. En de gevolgen van Russische heimelijke beïnvloeding in het buitenland kunnen overwaaien naar Nederland.

Waakzaamheid is bovendien geboden omdat ook Nederland in het vizier van Rusland kan komen als Moskou vindt dat het daarbij belang heeft. Dit is in het verleden bijvoorbeeld rond het MH17-proces gebeurd. 

Ook beschouwt de AIVD het als een risico dat in Nederland het vertrouwen in de overheid en instituties is afgenomen en polarisatie toeneemt. Andere landen kunnen daardoor meer kans zien zich te mengen in de Nederlandse politiek of in het maatschappelijk leven.

Inmenging in diaspora

Landen als China, Rusland en Iran spioneren in Nederland om hier gemeenschappen van (voormalige) burgers in de gaten te houden of onder druk te zetten. 

Ook landen met een grote diaspora in Nederland, zoals Marokko en Turkije, verrichten hier beïnvloedings- of inlichtingenactiviteiten. Die activiteiten kunnen allerlei doelen hebben.

Vaak zijn ze erop gericht de relatie met de diaspora te verbeteren en voormalige landgenoten in te zetten als belangenbehartigers in Nederland. In ruil voor medewerking kunnen mensen worden beloond, bijvoorbeeld met vieringen op de ambassade, of met praktische hulp bij administratieve zaken. 

Maar mensen die zich uitspreken tegen misstanden in bepaalde landen kunnen te maken krijgen met hinder en intimidatie. Het kan voor hen bijvoorbeeld moeilijker worden naar het land van herkomst terug te reizen, waar ze mogelijk nog familie of bezittingen hebben, of een culturele en religieuze band mee voelen. 

De inlichtingenactiviteiten van andere landen kunnen er ook op gericht zijn hier (vermeende) tegenstanders en politieke dissidenten in kaart te brengen en het zwijgen op te leggen. De geheime diensten van sommige landen spreken hiernaartoe geëmigreerde activisten aan en bedreigen ze. Dit kan met geweld of door duidelijk te maken dat familieleden hinder kunnen ondervinden. Zodra (vermeende) activisten naar het land van herkomst reizen kunnen ze worden gearresteerd en veroordeeld. 

Sommige landen zijn bereid tegenstanders in het buitenland te ontvoeren of vermoorden. In 2022 werd een Pakistaan in het Verenigd Koninkrijk veroordeeld voor het (eerder) beramen van een moordaanslag op een Pakistaanse dissident die in Nederland woont. Iran heeft in het verleden dissidenten naar een ander land gelokt, meestal in de eigen regio, om ze na uitlevering of ontvoering in Iran te berechten. Met mogelijk de doodstraf tot gevolg.  

Ook bestaat het risico dat Nederlanders (al dan niet met dubbel paspoort) in autoritair bestuurde landen en bij hoogopgelopen spanningen, onder valse voorwendselen worden vastgezet en worden gebruikt als diplomatiek 'wisselgeld', zogeheten hostage diplomacy.  

Grafische afbeelding van een wereldkaart opgebouwd uit lichtgevende blokjes
Beeld: ©iStockphoto

Cyberdreigingen

  • In 2022 vond waarschijnlijk de eerste succesvolle, statelijke cyberaanval plaats op de overheidsnetwerken van een NAVO-lidstaat (Albanië) met sabotage als doel. 
  • Het onderstreept de massieve dreiging die inmiddels uitgaat van landen met cyberaanvalsprogramma's, zoals China, Rusland en Iran. 
  • De AIVD ziet dat cyberactoren voortdurend van werkwijze veranderen om niet ontdekt te worden.  
  • Extra middelen en mogelijkheden stellen de AIVD en MIVD beter in staat daar tegen op te treden.

Nederland werd in 2022 doorlopend geconfronteerd met digitale aanvallen, uitgevoerd door landen met offensieve cyberprogramma's. Naast Rusland en China houden ook onder meer Iran en Noord-Korea zich bezig met digitale aanvallen. 

De risico's daarvan zijn enorm. Zowel voor overheid, bedrijven en kennisinstellingen, als uiteindelijk burgers. Bij aanvallen kan waardevolle en gevoelige informatie worden gestolen, bijvoorbeeld staatsgeheimen en bedrijfsgeheimen. 

Ook kunnen persoonsgegevens van burgers worden buitgemaakt. De AIVD zag in 2022 bijvoorbeeld dat verschillende landen met offensieve cyberprogramma's probeerden data te stelen in de (Europese) reis- en luchtvaartsector. Ze zoeken vooral grote datasets. Informatie daaruit combineren ze met andere data om mensen die ze op het oog hebben te identificeren, op te sporen of te volgen. 

Een bijzonder gevaar van cyberaanvallen is dat de aanvaller de mogelijkheid inbouwt vitale infrastructuur stuk te maken. Bijvoorbeeld energie- en communicatienetwerken. Verstoring of zelfs uitval daarvan kan leiden tot maatschappelijke ontwrichting en grote economische schade. 

De urgentie daarvan werd in 2022 onderstreept door een cyberaanval van een statelijke actor op Albanië. Die markeert waarschijnlijk de eerste keer dat een statelijke actor succesvol de overheidsnetwerken van een NAVO-lidstaat aanvalt, met sabotage als doel. 

Albanië en andere NAVO-lidstaten attribueren de aanval aan Iran. De NAVO heeft dat in een verklaring erkend. Albanië heeft in reactie op de aanval de diplomatieke betrekkingen met Iran verbroken. De Verenigde Staten stelden bovendien aanvullende sancties in tegen de Iraanse inlichtingen- en veiligheidsdienst MOIS.

In 2022 viel op dat landen op diverse manieren probeerden te voorkomen dat hun aanvallen zouden worden ontdekt. Zo maakten ze meer gebruik van commerciële software die ook veel wordt gebruikt door beveiligingsonderzoekers en cybercriminelen en niet specifiek te herleiden is. 

De AIVD zag ook vaker 'living-off-the-landaanvallen', waarbij actoren niet specifieke malware (aanvalsoftware) gebruikten, maar de bestaande functionaliteit benutten van software die vaak wordt gebruikt voor beheer en onderhoud. Zulke software is de ideale springplank, omdat er vaak vergaande gebruikersrechten bij horen.

Ook gebruikten actoren anonimeringstechnieken om het moeilijker te herleiden te maken waar een aanval vandaan komt: ze routeren het eigen netwerkverkeer via steeds wisselende infrastructuur. Vaak bestond die uit een netwerk van gehackte servers, specifiek opgezet voor het doen van digitale aanvallen. 

Het blijft voor statelijke actoren aantrekkelijk om bij hun activiteiten misbruik te maken van Nederlandse ICT-infrastructuur. Omdat die van hoge kwaliteit is, snel en stabiel is, en bij veel aanbieders kan worden gehuurd. 

Hackers in dienst van staten wisten ook in 2022 nog vaak toegang te krijgen tot de netwerken van overheden en bedrijven door misbruik te maken van kwetsbaarheden in software die nog niet publiekelijk bekend zijn - zogenoemde zero days

Ook maken ze op grote schaal gebruik van al bekende kwetsbaarheden in software. Soms gaat het om kwetsbaarheden die nog maar net bekend zijn en waarvoor softwareleveranciers nog geen beveiligingsupdate hebben.

Binnen enkele dagen blijken statelijke actoren in staat zulke kwetsbaarheden te misbruiken. Maar het gaat ook om al lang bekende kwetsbaarheden waarvoor wel degelijk beveiligingsupdates beschikbaar zijn. Die heeft het slachtoffer dan nog niet geïnstalleerd. 

Dat gedegen patchwerk door ICT-afdelingen veel schade kan voorkomen, bleek in 2022 bij een intergouvernementele organisatie. Een statelijke actor probeerde de netwerken van die organisatie aan te vallen door een kwetsbaarheid in een populair softwarepakket te misbruiken. Maar op de dag dat die kwetsbaarheid wereldkundig werd, koppelde de ICT-afdeling de bewuste applicatie los van het internet, om eerst de noodzakelijke beveiligingsmaatregelen te nemen. Diverse dagen probeerde de statelijke actor tevergeefs verbinding te leggen met de organisatie. 

Ook spearphishing was in 2022 nog vaak het startpunt van een digitale aanval. Dat is een beproefde methode, waarbij een persoon wordt verleid een (besmette) bijlage of link in een email te openen. Daarbij maakten aanvallers vaak gebruik van documenten die lijken te gaan over relevante gebeurtenissen in het nieuws, om de slagingskans te vergroten. In 2022 gingen dat soort documenten bijvoorbeeld over het conflict in Oekraïne of COVID.

Nog een bekende en ook in 2022 veelgebruikte manier van hackers om binnen te komen op digitale netwerken, is een supply-chain-aanval: een aanval uitvoeren via vertrouwde toeleveranciers, digitale dienstverleners of veelgebruikte software. Juist via zulke software en dienstverleners kan een aanvaller vaak tot diep in de netwerken van slachtoffers komen. Bij supply-chain-aanvallen kan potentieel grote nevenschade ontstaan, als via de gebruikte software of dienstverlener een hele klantenkring wordt getroffen of bloot komt te staan aan aanvallen. 

Om Nederland te beschermen tegen cyberdreigingen, moeten de AIVD en MIVD (kunnen) investeren in de moderne middelen die daarbij nodig zijn, en de juiste mensen om daarmee om te gaan. De extra middelen die de diensten nu jaarlijks structureel krijgen, zijn afgelopen jaar dan ook vooral gebruikt voor de versterking van cybercapaciteiten.

De diensten kunnen nu bovendien de mogelijkheid gebruiken om interceptie op de kabel uit te voeren. Die mogelijkheid is er in theorie al jaren - het was de belangrijkste modernisering die werd mogelijk gemaakt met de invoering van de Wiv 2017. Maar in de praktijk bleek het technisch en juridisch ingewikkeld

Het bleef vooral onduidelijk hoe het wettelijke zogeheten gerichtheidsvereiste zou moeten werken bij interceptie op de kabel. De betrokken ministers en de Toetsingscommissie Inzet bevoegdheden (TIB) zagen dat verschillend.

De diensten hebben kabelinterceptie pas in 2022 kunnen inzetten bij onderzoek naar cyberdreigingen. Het kunnen bekijken van de (internationale) digitale verkeersstromen op een specifieke kabel, helpt enorm om inzicht te krijgen in de aanvalsstructuren van statelijke actoren, en helpt mogelijke (cyber)dreigingen vroeg onderkennen. 

De juridische grondslag voor het werken met kabelinterceptie is verduidelijkt in het in het voorstel voor de Tijdelijke wet cyberoperaties, dat de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie in december 2022 naar de Tweede Kamer stuurden.

Dat wetsvoorstel stelt de diensten ook beter in staat cyberaanvallers te volgen met de snelheid en wendbaarheid die nodig is, onder meer door het instellen van zogeheten dynamisch toezicht. Als de wet wordt aangenomen, kunnen de diensten met aanzienlijk meer slagkracht optreden tegen cyberdreigingen uit landen als China, Rusland en Iran. 

De AIVD adviseert overheidsorganisaties - en steeds meer andere organisaties die een groot risico lopen om het doelwit te worden van aanvallen door landen - over hun digitale veiligheid. Meestal gebeurt dat op verzoek van de organisatie. De AIVD streeft ernaar dat ook te gaan doen voor organisaties in vitale sectoren die erg belangrijk zijn voor Nederland. 

In 2022 bracht de AIVD tien zogeheten cyberadviezen uit, gebaseerd op eigen inlichtingen. Dat zijn adviezen aan (vooral) overheidsorganisaties die ze technisch handelingsperspectief geven tegen digitale aanvallen door landen. De adviezen dit jaar gingen onder meer over wat organisaties kunnen doen om de risico's van het gebruik van mobiele telefonie te beperken, en hoe ze zich beter teweer kunnen stellen tegen specifieke phishingaanvallen. 

In 2023 wil de AIVD vaker cyberadviezen uitbrengen, ook aan organisaties in vitale sectoren. Hiervoor wordt de adviescapaciteit verder uitgebreid en wordt er geïnvesteerd op ontwikkeling van beveiligingsproducten voor de vitale sectoren.

Ook schreef de AIVD mee aan de Nederlandse Cybersecurity Strategie 2022-2028, uitgegeven door de NCTV. De strategie beschrijft wat de Rijksoverheid de komende zes jaar wil doen op het gebied van cyberveiligheid. 

Bij de strategie horen actieplannen die concreet maken op welke manieren verschillende overheidsorganisaties de cyberveiligheid van Nederland vergroten. De AIVD draagt daar onder meer aan bij door de capaciteit voor cyberonderzoeken te vergroten, veilige digitale producten en diensten te (helpen) ontwikkelen, en de  digitale weerbaarheid van de overheid en vitale en private sectoren te versterken.  

Podcast

Meer weten over hoe de AIVD een cyberdreiging onderzoekt? Luister dan naar het tweede seizoen van de AIVD-podcast 'De Dienst'.

Overzichtsfoto van het vijfjaarlijkse congres van de Chinese Communistische Partij
Beeld: ©ANP

China's twee gezichten op het wereldtoneel

  • China is een belangrijke handelspartner van Nederland. Tegelijk vormt het de grootste dreiging voor Nederlands' economische veiligheid. 
  • Het land zet alle middelen in die het nodig vindt om zijn lange termijn economische doelen te halen, ook spionage en (kennis)diefstal.
  • Interne gebeurtenissen en wereldgebeurtenissen waren daarop in 2022 van invloed.
  • Het onderzoek van de AIVD en MIVD droeg afgelopen jaar bij aan het inzicht van de Nederlandse overheid in ongewenste activiteiten van China, en aan het instrumentarium om daartegen op te treden.

De positie van China in de wereld is voor Nederland belangrijk, in zowel economisch als (geo)politiek opzicht. China is voor Nederland een belangrijke handelspartner. Tegelijkertijd kan het land worden beschouwd als een systeemrivaal.

Onder Xi Jinping is de nadruk steeds meer komen te liggen op een antiwesterse houding en het benadrukken van een communistische ideologie met Chinese karakteristieken, die ook in het buitenlands beleid tot gelding moet worden gebracht.

Deze meer ideologische geopolitieke opstelling van China staat vaak op gespannen voet met de op westerse waarden gebaseerde internationale orde. China daagt die uit en probeert die te vervangen met een door het land zelf geleide wereldorde. 

In 2022 vond het vijfjaarlijkse congres van de Chinese Communistische Partij (CCP) plaats. Xi Jinping, secretaris-generaal van de CCP en president van China, werd daar herkozen. De herverkiezing betekent dat het Chinese buitenlands beleid en de geopolitieke opstelling van China verder zullen worden versterkt. 

In de context van dit steeds sterkere en assertievere China onderzoeken de AIVD en de MIVD het Chinese buitenland-, defensie- en veiligheidsbeleid en daarvoor relevante ontwikkelingen.

Ook doen de diensten onderzoek naar de dreiging die van dit Chinese beleid uitgaat tegen Nederland en Nederlandse belangen. Dit draagt bij aan een completer en evenwichtig beeld van de Chinese intenties richting andere landen, en het stelt Nederlandse departementen in staat een afgewogen China-beleid te voeren.

China weet Rusland te vinden in gezamenlijke concurrentie met het Westen. Beide landen streven ernaar naar de VS en Europa uit elkaar te drijven en de geloofwaardigheid van het Westen in de ogen van andere landen te ondergraven. China doet dat door te werken aan een multilateraal systeem, maar naar eigen ontwerp en op eigen voorwaarden. 

Daarom heeft het land de afgelopen jaren een aantal parallelle internationale instituties opgezet, naar eigen visie. Zoals het Global Development Initiative (GDI) en het Global Security Intiative (GSI) en probeert het de invloed van reeds bestaande samenwerkingsverbanden te versterken, zoals BRICS (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika) en de Shanghai Cooperation Organisation (SCO).

China ziet vooral de Verenigde Staten daarbij als concurrent. Ook op technologisch gebied. Beide landen willen voorop lopen in de ontwikkeling van nieuwe (deels militair bruikbare) technologieën. 

China streeft een aantal economische doelen na die nauw samenhangen met militaire doelen. Die staan vastgelegd in meerjarenplannen. Om te beginnen wil het land op termijn zelfvoorzienend en technologisch onafhankelijk zijn van het buitenland. Verder wil het land uiterlijk in 2049 een krijgsmacht 'van wereldklasse' hebben die zich kan meten met die van elk ander land. 

Hiervoor is sterke economische groei nodig en de ontwikkeling van hoogwaardige technologieën. In het bijzonder sleuteltechnologieën als semi-conductor, artificiële intelligentie en quantum. China zoekt in andere landen actief naar zulke kennis en technologie. Vooral in het Westen. 

Ook Nederland is daarbij een doelwit, omdat het internationaal een goede reputatie heeft op het gebied van hoogwaardige technologie. Voor Nederland is China een belangrijke handelspartner. En Chinese bedrijven en kennisinstellingen zijn soms gewaardeerde partners voor Nederlandse instellingen. Tegelijk vormt het land de grootste dreiging voor de Nederlandse economische veiligheid. 

China maakt zowel gebruik van legitieme investeringen, bedrijfsovernames en academische samenwerking, als van illegitieme (digitale) spionage, insiders, heimelijke investeringen en illegale export. Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en wetenschappers zijn daarvan regelmatig het slachtoffer. 

China zet daarbij alles in wat het nodig vindt (de zogeheten whole-of-societybenadering). Van (staats-)bedrijven, universiteiten, het leger, overheidsinstanties, inlichtingen- en veiligheidsdiensten tot in Nederland verblijvende Chinese studenten en werknemers.

Dat bedreigt de kennisveiligheid van Nederlandse onderwijs- en onderzoeksinstellingen, het vermogen van bedrijven om te innoveren en geld te verdienen, en de slagkracht van de krijgsmacht. Ook kan het eraan bijdragen dat Nederland op strategisch gebied afhankelijk wordt, onder meer in onze vitale infrastructuur. En Nederlandse technologie die voor vreedzame doelen is ontworpen, kan zo worden gebruikt voor onderdrukking of oorlogsvoering. 

Veel Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen vinden het lastig om een goede (risico)afweging te maken van economische en wetenschappelijke samenwerking met China. Dat de Chinese overheid of het Chinese leger op de achtergrond betrokken kunnen zijn bij zo'n samenwerking, verhult het land vaak. Ook worden de nadelen van samenwerken vaak pas op langere termijn zichtbaar. 

Het onderzoek dat de AIVD en MIVD doen naar de heimelijke (economische) activiteiten van China in Nederland, draagt bij aan een instrumentarium waarmee de Nederlandse overheid kan optreden. Zoals de investeringstoets, het nog op te stellen toetsingskader kennisveiligheid, de exportcontrole van dual-use en militaire goederen en de algemene beveiligingseisen voor defensieopdrachten (ABDO).

Ook zetten de diensten zich in om (defensie)bedrijven en kennisinstellingen bewuster te maken van risico's op spionage en ongewenste kennisoverdracht. Dat doen de diensten vaak samen met de betrokken ministeries. Dat stelt bedrijven en instellingen in staat een gedegen risicoafweging te maken van voor- en nadelen van samenwerken met China. 

'Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en wetenschappers zijn het doelwit van landen die hoogwaardige kennis of technologie proberen te krijgen.'

Economische veiligheid

  • Afgelopen jaar werd duidelijker hoe de acties van sommige landen de economie van Nederland (kunnen) bedreigen. 
  • Het risico van de afhankelijkheid van andere landen voor onder meer gas en olie werd in het bijzonder zichtbaar. 
  • De AIVD zette met partners stappen om de unieke kennis van Nederlandse instellingen veilig te houden.

De AIVD onderzoekt de heimelijke acties van andere landen die de economische veiligheid van Nederland kunnen bedreigen. Nederland wordt daarmee de afgelopen jaren vaker en explicieter geconfronteerd. 

De risico's ervan zijn groot: door economische spionage kunnen onder meer innovatieve kennis en technologie uit Nederland verdwijnen, en daarmee het vermogen van bedrijven om geld te verdienen en mensen aan het werk te houden.

In november 2022 publiceerde de AIVD met de MIVD en de NCTV het tweede 'Dreigingsbeeld Statelijke Actoren'. Dat beschreef onder meer drie specifieke en actuele gevaren voor de Nederlandse economie, door handelen van andere landen. 

In de eerste plaats kunnen andere landen vitale sectoren in Nederland in gevaar brengen, zoals de telecominfrastructuur, de energiesector of de Rotterdamse haven. Door (heimelijke) overnames en investeringen kunnen andere landen daar een ongewenst grote invloed krijgen. 

In de tweede plaats is Nederland voor sommige strategische goederen afhankelijk van andere landen. Zo is de technologiesector wereldwijd afhankelijk van schaarse aardmetalen die momenteel vooral uit China komen. En is Europa afhankelijk van Russisch gas. Het risico van die strategische afhankelijkheden werd afgelopen jaar zichtbaarder. Te grote afhankelijkheid van een enkele leverancier is kwetsbaar en schept mogelijkheden voor misbruik om politieke redenen. 

In de derde plaats zijn Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en wetenschappers doelwit van andere landen die van hen hoogwaardige kennis of technologie proberen te krijgen. Hetzij door (cyber)spionage, hetzij door (academische) samenwerking. Landen proberen hen ook te gebruiken om exportrestricties en sanctieregelingen te omzeilen. China vormt de grootste dreiging voor de Nederlandse kennisveiligheid. 

Tegelijkertijd is internationale samenwerking essentieel voor Nederlandse kennisinstellingen. Zij danken hun goede academische reputatie en vooraanstaande positie mede aan hun open houding richting de wereld en aan de academische vrijheid in Nederland. Meer in het algemeen geeft internationale, economische samenwerking Nederland toegang tot:

  • hoogwaardige kennis;
  • grondstoffen;
  • hoogopgeleid personeel;
  • afzetmarkten;
  • en financiering. 

Het veilig houden van Nederlandse kennis vraagt een aanpak die daaraan geen afbreuk doet. De AIVD was daarom betrokken bij de oprichting van het rijksbrede Loket Kennisveiligheid, dat in januari 2022 officieel werd geopend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De AIVD blijft daar inhoudelijk aan bijdragen. 

De AIVD is ook betrokken bij het Ondernemersloket Economische Veiligheid in oprichting. Dat moet bedrijven op termijn één aanspreekpunt bij de overheid geven als ze te maken hebben met vraagstukken over economische veiligheid, bijvoorbeeld over de risico's van samenwerking met landen als China. 

Het loket werkt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Meer over de beide loketten en over wat de AIVD bijdraagt aan het weerbaarder maken van de overheid en topsectoren van het bedrijfsleven tegen economische spionage, is te lezen in het hoofdstuk Dreigingen helpen voorkomen of wegnemen

In 2022 intensiveerde de AIVD ook de samenwerking met de MIVD op het gebied van economische veiligheid. Beide diensten dragen daar vanuit hun wettelijke taken aan bij. Verschillende teams van de beide diensten werken nauw samen om ervoor te zorgen dat de Nederlandse overheid, de (defensie)industrie, vitale infrastructuur en kennisinstellingen meer kunnen doen tegen ongewenste strategische afhankelijkheden en kennis- en technologieoverdracht. 

Dat geeft die sectoren handelingsperspectief, zodat ze tegenmaatregelen kunnen nemen. De weerbaarheid van overheid, vitale bedrijven en kennisinstellingen wordt daardoor groter.

'Politieke inlichtingen van de AIVD dragen bij aan de zelfstandige besluitvorming van Nederland.'

Politieke inlichtingen

  • In een wereld die meer verbonden is maar ook meer conflict kent, moest de overheid in 2022 keuzes maken die Nederland veiliger maken. AIVD-onderzoek naar de verborgen bedoelingen en plannen van bepaalde landen droeg daaraan bij.

De Nederlandse overheid wil een eigen informatiepositie hebben om te begrijpen wat er in de wereld gebeurt dat Nederland kan bedreigen of schaden, en hoe zulke dreigingen eventueel te stoppen of te voorkomen zijn. 

De AIVD en de MIVD spelen daarin een unieke rol: als landen of buitenlandse organisaties geheime plannen hebben die Nederland schade kunnen toebrengen, kunnen de diensten die verborgen agenda's onthullen. Op verzoek van de regering verzamelen en analyseren de AIVD en de MIVD dan ook informatie over gebeurtenissen die Nederlandse belangen raken. 

Zulke gebeurtenissen kunnen zichtbaar en ingrijpend zijn, zoals de inval van Rusland in Oekraïne. Maar het kan ook een subtiele verandering zijn in de stabiliteit van een regio of in de koers van een land.

De ambities en acties van andere landen of van buitenlandse organisaties kunnen hier ook (direct of indirect) zorgen voor schaarste en prijsstijgingen of onze economie schaden. Het risico daarop wordt groter naarmate landen economisch en digitaal meer verbonden raken, vaker allianties aangaan maar ook openlijker met elkaar wedijveren.

Inlichtingen dragen bij aan de zelfstandige besluitvorming van Nederland. Juist bij belangrijke onderhandelingen en het maken van internationaal beleid wil je niet afhankelijk zijn van de informatie van andere landen, maar je eigen afweging kunnen maken op basis van zelfstandige analyse. Dat voorkomt ook dat je wordt misleid. Conflicten worden tenslotte ook uitgevochten met (des)informatie en inlichtingen. 

Een goed beeld van ontwikkelingen in bepaalde landen en de standpunten van (met name) overheden geeft Nederland ook een sterkere uitgangspositie bij internationale overleggen, en het helpt beleid maken en aanscherpen met kennis van zaken. 

Ten slotte dragen (politieke) inlichtingen bij aan keuzes die Nederland veiliger maken. Bijvoorbeeld het nemen van maatregelen om de digitale infrastructuur van Nederland beter te beveiligen. 

De Geïntegreerde Aanwijzing

Naar welke landen de diensten onderzoek doen, wordt vastgesteld door de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Defensie en de minister- president als minister van Algemene Zaken. De ministers van Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Economische Zaken, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden daarbij intensief betrokken. 

De keuze van de landen wordt vastgelegd in de zogeheten Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA). 

In 2022 is een herziene GA I&V tot stand gekomen voor de periode 2023-2026. Daarvoor is nauw samengewerkt met de MIVD en tussen de diverse departementen. De GA 2023-2026 geldt als de richtlijn voor de inlichtingenonderzoeken van de diensten. Het is geheim naar welke landen de AIVD in 2022 precies onderzoek deed.

Meer informatie

Voor meer informatie over deze aandachtsgebieden:

Of ga terug naar de overzichtspagina van het jaarverslag 2022.